Vanouds werden kerkklokken gebruikt om de mensen op te roepen voor de kerkdienst en in sterk kerkelijke landen en streken kan men soms nog zien dat de mensen hun huis uit komen zodra de kerkklok begint te luiden. Klokken zijn kostbare symbolen en veel klokken zijn eeuwenoud. Vroeger werden ze gegoten door klokkengieters, die in tijd van oorlog ook kanonnen goten en ook vijzels maakten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond in Nederland en België een grote klokkenroof plaats; honderden klokken werden door de bezetter opgeëist en omgesmolten, zoals ook die van de Dominicuskerk.
In de gesloopte Dominicuskerk hingen een flink aantal klokken. Waar deze allemaal gebleven zijn weten we niet, wel is bekend dat twee kleinere klokken een nieuwe bestemming kregen in de klokkenstoel van Kerkelijk Centrum De Blije Mare. De twee klokken zijn eertijds gedoopt als Laurentius en Dominicus . Dat zegt de inscriptie op de beide klokken.
De klokken worden nog steeds voor de zondagse vieringen en bij begrafenissen geluid.
Pastoor Cassee zei destijds: “Jammer dat ze die toren niet vijf meter hoger hebben gemaakt, nu blijft het geluid in de Kajakstraat hangen.” De klokken zijn een geschenk van de projectontwikkelaar van de Mare.
Op de Dominicusklok staat:
Wat tijden komen en dalen
Wat eeuwen ooit ondergaan
Toch blijft uw ster onder ons omstralen
Nog drijft uw roep onder ons gaan
Op de Laurentiusklok staat:
In 1921 gekomen,
in 1943 weggenomen
In 1949 teruggekomen