U heeft vorig jaar vast wel ’n palmtakje gekregen, die in de kerk met Palmzondag werd uitgedeeld. In onze westerse wereld is er pas vanaf de zevende eeuw een viering van Palmzondag. Voor het eerst in Spanje en later ook in andere landen. Het is een liturgische viering van de intocht van Jezus in Jeruzalem.
Vroeger werd er na de palmwijding ook een processie gehouden. De palmtakjes, wat bij ons gewoonlijk buxus is, hebben een bijzondere betekenis. Hieronymus en Augustinus hebben de palmtakjes van het bijbelverhaal geïnterpreteerd als een teken van hulde en overwinning.
Wanneer de oude Romeinen van een gewonnen oorlog in Rome terugkeerde, werden ze onderscheiden met overwinning-palm. Van de martelaars in de oude kerk werd overdrachtelijk gezegd dat ze de krans of palm van de overwinning hadden gehaald. In de christelijke kunst worden ze dan ook vaak met een palmtak afgebeeld.
Het symboliseert dat Jezus door zijn lijden, dood en verrijzenis de overwinning heeft behaald op de duivel en het aan hem toegeschreven kwaad. Het palmtakje in huis werd gezien als een middel om het kwade te overwinnen of af te weren.
Daarom worden de takjes ook niet zomaar weggegooid. Op aswoensdag worden de takjes verbrand en het as wordt gebruikt voor het askruisje. Dit gaat ook gebeuren in de viering op aswoensdag. U kunt de takjes de week vóór aswoensdag afgeven in de kerk. Dit in ieder geval voor Sint-Laurantiuskerk in Alkmaar. Voor de andere kerken: let op wat daarover wordt gezegd bij de mededelingen aan het einde van de viering.