Op zondag 7 mei waren wij verzameld in de Grote Kerk. De plaats waar het reliek is ontvangen in 1429. Het reliek dat ons nog steeds herinnert aan belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de katholieke gemeenschap in onze stad. Het is een wonder dat we het reliek nog steeds mogen koesteren in onze kerk. Het is een wonder dat het in de chaos in 1573 is meegenomen en bewaard in een van de schuilkerken. Het is een wonder dat het niet kwijt is geraakt tot het moment dat het weer in handen werd gegeven aan de zilveren engel en een eigen altaar kreeg in onze kerk. Het is een wonder dat we in vrijheid een lied voor Maria mogen zingen in een gebouw dat dankzij de gemeente Alkmaar in de jaren ’90 van de vorige eeuw neutraal is geworden als huiskamer van de stad.

De viering van het Mirakel begon met een korte viering. Het koor zong, de priesters lazen uit het Evangelie en de lichtdragers stonden met hun brandende kaarsen om het moment extra bijzonder te maken. Allen stelden zich op. Voorop een acoliet met het zilveren kruis, daarachter wierook, lichtdragers en daarna pastoor Franklin met de engel in zijn handen. Hij liep onder het prachtige antieke baldakijn die speciaal hiervoor bestemd is. Daarachter liep het koor, dat liederen zong. De mensen die meeliepen in de processie volgden en zongen mee. Een prachtige stoet liep door de binnenstad richting de St. Laurentiuskerk. De klokken luidden toen de stoet naderbij kwam. Daar werden we opgewacht door parochianen om samen de Eucharistie te vieren. De engel werd op een baar met rode bloemen door de kerk gedragen en stond de gehele viering voor het altaar. Aan het eind van de viering werd de engel weer teruggezet op haar eigen plek.

We zijn dankbaar dat we in een tijd leven waarin dit mogelijk is en we mogen laten zien wat ons dierbaar is. Laten we bidden dan dat zo blijven zal.

Tekst geschreven door Liesbeth van Gool